sel, liefheeft.
Deze bij uitstek Gentsche, beschouwing heeft niet belet, dat de Phillipijnen de tentoonstelling aldaar uitgedreven werden...
- Ander nieuwsje dat u interesseeren kan: ‘The Ghent Syndicate Company’, die de ‘plaine des Attractions’ van de tentoonstelling exploiteerde, moet in failliet verklaard zijn. Ik zal wel de laatste zijn - gij begrijpt het beter dan ik-zelf! - om in deze mijn vinger tusschen schors en boom te steken. Maar.... tegen de feiten kan geen voorbehoud op: het schijnt dat de zaken der ‘attractions’ niet voorspoedig zijn. Zoo weinig voorspoedig zelfs, dat iedereen putten in de aarde klaagt (hetgeen, bij regenweer, de aarde als voetpad waarschijnlijk onbruikbaar maakt)....
Maar ik zit u hier maar pessimistische berichten mede te deelen, als ik u moest spreken over een wèl-voorspoedigen tak der tentoonstellingsnijverheid: namelijk over de Zomer-Floraliën, die thans verkeeren in volle fleur.
Als ik mij aldus uitdrukken durf.
Want wat anders slechts om de vijf jaar gebeurde, zien wij thans in minder dan vier maand plaats grijpen: ten tweeden male sedert de opening der wereldtentoonstelling beleven wij de groote vreugde-om-bloemen, die men sedert meer dan honderd jaar (als ik mij niet vergis) te Gent Floraliën noemt.
Vreugde-om-bloemen! Vreugde om kleuren en geuren, - neen: om de éénheid hiervan, om de troebele, haast angstwekkende eenheid van disparate indrukken, die u opheffen in een zinnelijke wereld, die pijnlijk is en wellustig. Zulke indrukken moesten verboden worden door de politie: