kooi, - de antichambre der journalisten - waar men zulk een heerlijke gelegenheid tot een gezellig kaartje vindt, en... waar men, niettegenstaande het ‘huis-clos’, zoo goed hoort wat de Kamerleden bij ontstentenis van alle publiek, elkander naar het hoofd gooien; - een oord der verderfelijkheid overigens, waar diezelfde Kamerleden voorzoover zij uit den booze zijn, al te gemakkelijk de journalisten genaken, en vertellen gaan wat binnen zulke streng-gesloten deuren gebeurt...
Hedenmiddag heeft het bureel der Kamer de bezorgdheid nog verder gedreven. Het was heel mooi weer vanmiddag, als men er het oog op houdt dat wij pas 14 Februari schrij ven. God! pas 14 Februari, en reeds deze crocussen in mijn tuin, en deze voorjaarsrozen op uwe konen, mevrouw!... Voorzitter Schollaert had vanmiddag dan ook berouw, dat hij ons bij zulke meteorologie binnen de Kamer wanden incrusteeren zou. En hij gaf ons weer maar eens vrijaf; niet alleen buiten de vergaderzaal, maar zelfs buiten onze antichambre-kanariekooi werden wij gedreven; wij moesten de vrije, blije lucht in; en... aldus zouden wij heel zeker niet vernemen wat de heer de Broqueville tijdens het ‘huis-clos’ vertellen zou.
Het is nooit gebeurd, Mijnheer, dat men ons aldus sloot buiten het oord, waar wij ons, bij den wille van het Belgische volk, thuis gevoelden. Wij zijn dan ook allen verontwaardigd geweest. En hebben het dan ook aan het bureel der Kamer laten weten, bij veertigvoudig-onderteekenden brieve. Waarna wij een Scotch-ale zijn gaan drinken, met een hompje chester-cheese erbij (in den ‘Prince of Wales’)
Intusschen lei minister de Broqueville de verklaring af, die wij niet mochten hooren. Nauwelijks echter hadden