eerste herzieningsvergadering, want ook ditmaal zouden, op één na, slechts leden der linkerzijde het woord voeren. Al waren ze heden echter van betere hoedanigheid, mevrouw.
Dit zeg ik echter niet voor gezel Pépin. Gezel Pépin is een werkman, vol ongehouwen gezond verstand en bol energie. Beide hoedanigheden drukt hij uit in eene welsprekendheid die u niet meesleept, maar imponeert door krachtuitdrukking. Gezel Pépin mokert u zijne overtuigingen in het brein, en gij hebt een heele dosis scepticisme noodig, om niet heel beduusd van tusschen zijne handen te komen... Zijne argumenten. - Maar die zult ge nu al beginnen kennen, mevrouw....
Het zijn trouwens de argumenten van den progressist Lorand. - De geweldige Lorand, advokaat van Francesco Ferrer, mocht men wel den ‘accusateur public’ van het Parlement noemen. Voor hem neemt ieder beginsel, ieder begrip zelfs, de gedaante aan van een Kamerlid. En aldus vervalt de heer Lorand gaarne in persoonlijkheden. Vandaag is het Woeste die het moet ontgelden, als personificeering der reactie, het is Helleputte, belichaming der politieke dubbelzinnigheid, ‘die altijd voor hervormingen is, als hij op de ministerieele banken niet zit’ (aldus de heer Lorand), is het de heer Théodor, vleeschgeworden vertegenwoordiging der zuivere belangen van het onbaatzuchtige katholicisme.... De heer Lorand, die advokaat is, praat maar door. Hij opent geschiedkundige perspectieven, bewandelt alle mogelijke zijpaadjes om te komen tot dit ironisch voorstel: het benoemen van eene commissie, die zou onderzoeken wat de heer de Broqueville in zijne tweede redevoering heeft bedoeld....
De heer Colaert, de eenige katholiek die heden spreken