die eene politieke betooging in België zijn komen bijwonen. Hunne onroerbare tronie geeft geen blijk van aangedaanheid. Onder de niet-vermomden gaat echter, terwijl ik voorbijtreed, een gemompel van sympathie op. Ik groet...
Daarbij heeft zich de betooging voor algemeen kiesrecht bepaald.....
Om mijn hooge voldoening over dit kalme verloop van de socialistische manifestatie uit te drukken, heb ik, mevrouw, een kieskeurig avondmaal besteld en genoten. Waarna ik, uit plichtbesef, aan het andere deel der agenda, den Vastenavond, heb gedacht.
Ik laat het echter aan uwe schitterende verbeelding over, mevrouw, U hieromtrent eene voldoende voorstelling te geven. Ik zelf heb niet, dan eene licht-benevelde voorstelling van een drukte, waar ik, verre van erin verloren te gaan, al de samenpersende vermogens van moest ondervinden. Ik zwijg er dan ook over. Niet echter zonder aan de driedubbel-gesluierde, hoewel verder weinig-gekleede dame, die mij, precies tien uur zes en dertig in de Rue Neuve, op hoogte van No. 47, een brandenden zoen op den rechterslaap heeft gedrukt, verzocht te hebben mij haar adres te geven......
En toen verkeerde ik enkele uren op het bal van den Muntschouwburg. Hier is het de welvoeglijkheid, mevrouw, die mij verder stilzwijgen oplegt. Laat ik u echter volgende anekdoot niet onthouden. Verbeeld u dan, bid ik u, dat ik mij al ettelijke kwartieren te verdiepen stond in allerlei bespiegelingen, waar het vanitas vanitatum haar deel in had, toen eene vrouw, in een gewaad dat door zijne kleuren onze onderscheiden politieke partijen kon heeten te verbeelden - en dit bleek mij naderhand