bij opleiding, hij stal onder suggestie.
Eén zijner voorvaders beging eveneens eene aftroggelarij van ettelijke millioenen. Zijn vader die, na stationschef te zijn geweest, zich tot financier ontpopte, had zijn vertrouwen geschonken aan den kanunnik Bernard, die zekeren dag uit de kas van het Bisdom te Doornik zeven millioen nam, ze wel is waar terug gaf, daarna natuurlijk genoeg kreeg van den geestelijken staat, en daarop secretaris werd van vader Wilmart. Onder diens leiding bestudeerde de jonge Nestor de finantie.....
Trouwens, deze hadde zeker niet gestolen, was daartoe geene gelegenheid gegeven geweest. En wie bezorgde aan Nestor de gelegenheid? Niemand minder dan minister Beernaert, die indertijd weigerde hem notaris te benoemen te Philippeville, hem aldus in de armen wierp van het geldwezen. En nu wil ik geen kwaad spreken van Beernaert: de mortuis nil nisi bene. Het valt echter niet te betwijfelen dat hij het is, die Nestor plaats deed vinden aan het hoofd van den spoorweg Gent-Terneuzen....
Een andere reden, dat hij fataal stelen zou, het is de liefde, Mevrouw. Zekeren dag maakte Wilmart te Gent kennis met een grijsaard, Van de Kerkhove, die kort daarop vermoord wordt door Madame Joniaux: misschien herinnert gij u de geschiedenis. Van de Kerkhove laat eene maitresse na, een kind, en een volkomen geldig testament dat aan het kind zeven honderd duizend frank schenkt. Nestor wordt onmiddellijk op de vrouw verliefd, neemt de voogdschap van het kind op zich, en onder hun drieën eten zij het geld op. Zekeren dag heeft de maitresse, die nochtans over zijne mildheid allesbehalve te klagen had, van Nestor genoeg. De ondankbare vraagt de 700,000 frank terug. Nes-