doelingen der Kamer zijn. En onder ons gezegd: de vraag van het beginsel buiten beoordeeling gelaten, is die bangmakerij misschien wel het eenige middel om iets meer te bereiken dan eenvoudig in-overweging-nemen van een ontwerp tot grondwetsherziening,- waarna men tot andere oefeningen over zou gaan. De zaak is echter, ook als men, met de wet, stakingsrecht erkent, wie de verantwoordelijkheid dier staking zal dragen. De socialisten, uitvinders van het middeltje, dat intusschen tot een zeer ernstig dreigement is aangegroeid, hebben het wel begrepen: zij zouden wel een deel van den last op de schouders van hunne oud-bondgenooten, de liberalen willen tassen. Deze nu, gij kunt het wel denken, stribbelen tegen, en zij hebben groot gelijk. De politieke noodzakelijkheden hebben de meeste en gezaghebbendste liberale volksvertegenwoordigers tot verklaringen aangaande algemeen kiesrecht genoodzaakt, waarin zij door niet al hunne lastgevers gevolgd konden worden, en waar zelfs een deel hunner pers zeniet dan met voorbehoud bij steunde. Sommige dier bladen namen zelfs, na de nederlaag van 2 Juni, al hunne vrijheid in zake kiesrecht terug, vrijheid die ze, ter wille van partijtucht en uit noodwendigen strijd tegen de regeering, prijs hadden moeten geven. En waar de stakingskwestie zich op die van algemeen kiesrecht ent, hadden zij zeer beslist verklaard, dat de werkliedenpartij geenszins recht had op den materieelen steun der liberale burgerij (al houd ik het voor zeker, dat rijke politici wel degelijk helpen zullen), en dat zij de intimidatie-politiek der uiterste
linkerzijde alles behalve goedkeurde.
Het lokte de woede uit der socialisten, die er niet ver van af waren, de liberalen voor verraders uit te roe-