toe? Mijn vriend de statisticus is er overal op zoek achter gegaan: het hoeft nauwelijks gezegd dat hij het niet terug heeft gevonden... En men durft zeggen dat er niet geknoeid wordt!
Of, betaalt men, in plaats van drie honderd drie en dertig frank, drie en dertig centiemen, misschien een centiem méer per maand, aldus de breuk tot eene eenheid afrondend, hetgeen wel meer bij financieele verrichtingen gebeurt? Maar dan krijgt ieder Kamerlid niet minder dan acht centiemen te veel per jaar, hetgeen voor de honderd acht en tachtig volksvertegenwoordigers een totaal uitmaakt van zeventien frank en vier centiemen. En nu is weer de vraag: waar komt dat geld vandaan? Op de begrooting der Kamer staat het niet uitgetrokken!... En in elk geval maakt het eene volkomen onnoodige, eene bij uitstek sumptuaire uitgave uit, met andere woorden: eene laakbare verkwisting...
Andere verkwisting van anderen aard, door mijn vriend den statisticus vastgesteld. - Gij weet, omdat ik het u zelf gezeid heb, dat men in de ministeries den z.g. winterdienst in wil voeren, hetgeen zeggen wil dat men er 's namiddags niet werken zou, enkel en alleen om de verlichting te sparen. Maar nu doet het zich voor, dat men, juist in het ministerie waar mijn statisticus werkzaam is, overal de electriciteit aan het leggen is, hetgeen natuurlijk duizenden gaat kosten. Mijn vriend de statisticus nu, die al het ongehoorde daarvan inzag, heeft zich bij zijn hiërarchischen overste begeven, en heeft gesproken: ‘Mijnheer de Bestuurder, waarom gaat men nu overal electriciteit plaatsen, juist op het oogenblik dat men de verlichting af wil schaffen? Dat is immers geldver-