misschien ook door de socialisten, zou aangenomen worden, en aldus de regeering in de klem zou brengen...
Dit alles zijn natuurlijk niets dan gissingen, die niet berusten dan op mogelijkheden. Eene zuivere richting, eene vaste oriënteering zullen wij eerst tegen November kunnen aanwijzen. Intusschen kunnen wij onze hersenen met deze, anders zéer belangrijke, vraag in vrede laten.
Eene andere kwestie komt ze trouwens met nadruk dien vrede ontrukken: er heerscht thans in het Walenland eene beweging, die de bestuurlijke scheiding van België eischt. Vroeger werd den Vlamingen verweten, deze door hunne taalbeweging te bewerken. Thans zijn de rollen omgekeerd: de Walen willen niet langer onder éenzelfde bestuur met de Vlamingen staan; zij vragen hunne autonomie, zonder dat men heel goed begrijpt waarom; en zij verdeelen het land, bij monde van den Luiker apotheker Delaite, in drie gewesten: Wallonië (Henegouw, Luik, Luxemburg en Namen), Vlaanderen (West- en Oost-Vlaanderen, Antwerpen en Limburg) en het gewest Brabant. Veel eenvoudiger ware het natuurlijk geweest, bij de eventueele scheiding, de taalgrens te volgen. Maar dan hadden de Walen Brussel aan Vlaanderen moeten laten, waar het, geografisch, feitelijk toe behoort, en dat mocht natuurlijk niet. Daarom liet men dan maar liever midden in het gescheurd grondgebied een miniatuur-België bestaan, een tweetalig gewestje, dat later als historisch voorbeeld kon dienen van hoe het er in het geheele land toeging, toen Vlamingen en Walen nog ‘broeders’ waren.
Elk gewest krijgt nu natuurlijk zijne eigen administratie, waarboven de ‘Landelijke Raad’ of parlement regeert, gekozen door algemeen kiesrecht op 25-jarigen leeftijd