Bach-vereeniging
Brussel, 10 Maart.
Vanmiddag gaf de, steeds in glans winnende, Bach-vereeniging haar tweede jaarconcert, door de aanwezigheid vereerd van H.K.H. de gravin van Vlaanderen, en bijgewoond door haar zoo speciaal publiek, waaronder vele Hollanders.
Sedert de vijf jaar dat deze kring, in 't leven geroepen om de hoogere muziek hare eereplaats te behouden, ons telkens nieuwe verrassingen brengt, heb ik al te dikwijls gewezen, eenerzijds op hare beteekenis in onze muzikale beweging, anderzijds op haren zich steeds ontwikkelenden zin der volmaaktheid, om mij thans alleen in een kort verslag bij haar programma van heden te mogen houden.
Het moet gezegd: dat programma was wel wat overladen en leed eenigszins onder het gebrek aan afwisseling. Behalve het Momus-aria en koor uit den ‘Streit zwischen Phoebus und Pan’; het sopraan-aria, met begeleiding van fluit, snaarinstrumenten en clavecimbel uit de cantate ‘Non sa che sia Dolore’, en het koor uit de cantate ‘Schleicht, spielende Wellen’, bood het hoofdzakelijk instrumentale muziek: het concerto in E dur voor piano en snaren, het zesde Brandenburgsche concerto voor twee altviolen, Gamba-viool, cello, contrabas en clavecimbel, en vier praeluden en fugen voor clavecimbel. Gij ziet het: ‘des Guten’ wel wat ‘zu viel’. Het valt niet te verhelen: er was overlading. Maar daarbuiten: welke voorname, edele uitvoering!
Gij kent de onderscheiden nummers. Het zou trouwens te ver