cipieele vragen. De andere raad, die onmiddellijk steun verleent aan den minister, houdt zich vooral bezig met kwesties van praktischen aard.
En verder is besloten, dat geen enkel officier langer dan vijf jaar dienst zal mogen doen in het ministerie.
Gij ziet het: eene hervorming van belang, tevens de doodsklop voor het systeem dat generaal Hellebaut zoo nauw aan het hart lag. Eene hervorming, die dan ook iedereen bevredigt, en niet het minst de linker partijen.
Waar zij minister de Broqueville heelemaal niet in volgen, de linkerpartijen: in zijne inzichten aangaan - de schoolpolitiek. Ik zal u de scheldwoorden sparen, waar de Turnhoutsche redevoering van Zondag-laatst door de linkerpers op onthaald werd. Al zijn die scheldwoorden in een verkiezingsperiode verklaarbaar en zelfs te vergoelijken, als men de Belgische kranten, zoo katholieke als andere, kent. Wat minister de Broqueville bedoelde, is nogal duidelijk: de schoolbon heeft in October j.l. bij de gemeenteverkiezingen aan de katholieke partij heel wat stemmen gekost. De neêrlaag van toen is toe te schrijven aan het feit, dat de schoolbon nieuwe opofferingen vroeg van de gemeente in zake onderwijs. De kiezers zagen er vermeerdering van de gemeentebelastingen in, hetgeen zelfs de beste katholieken terugdeinzen deed. En zoo werd er heel veel wit gestemd, en zelfs voor het kartel, dat afschaffing van den schoolbon vroeg. Nu was de redeneering van baron de Broqueville: ‘Zweren wij dien ongelukkigen schoolbon af, dan keeren al die katholieke kiezers weêr tot ons terug’, en daarin handelde hij behendig. Het ongeluk echter is, dat de nieuwe lasten, waarmede verleden jaar de gemeenten werden bedreigd, door het verdwijnen