fers van 1911. Maar gij zult mij toelaten, nietwaar, geen rekening te houden met uwe opmerking, en twintig nieuwe zetels te laten maken in plaats van negentien, vermits aldus mijn verlangen is....
Trouwens, het is niet te vermoeden, dat de oppositie tegenstribbelen zal. Die twintigste zetel komt aan de provincie Brabant toe, en daardoor is het lang niet zeker, dat hij der regeering zal toekomen. En bleef hij wél voor de katholieken behouden, dan vinden de linkerpartijen misschien wel het middel elders aan de regeering een plaats te ontnemen. Ik herhaal het: niets is minder gemakkelijk, in deze met eenige zekerheid te profeteeren. De toestand is gelijk het weer: troebel en druilerig, en wanneer nu eens werkelijk de zon dóor zal breken, weet vooralsnog de beste politieke meteoroloog niet...
Intusschen, ziehier hoe de nieuwe zetels over de steden worden verdeeld: vijf te Brussel, twee te Antwerpen, twee te Charleroy, één te Mechelen, te Turnhout, te Leuven, te Veurne-Diksmuide-Oostende, te Roeselare-Thielt, te Dendermonde, te Bergen, te Luik, te Tongeren-Maeseyck en te Aerlen-Marche-Bastenaeken. Er komen tevens tien nieuwe senatorszetels.
Gij weet, dat de algemeene verkiezingen op 2 Juni plaats zullen hebben. Gij weet ook, dat in zulke gevallen de Kamer gewoonlijk zes weken daarvóór uiteengaat, om den kiesstrijd aan te gaan knoopen. Wij zouden dus nog zitting houden tot even na Paschen, en vanaf 19 April zou dan de ontbinding van het Parlement uitgeroepen worden. Nu gaat men echter vreezen, dat de regeering, om de ontreddering der linkerzijden, die tot het sluiten van een kartel nog niet geheel en niet overal zijn overge-