Officieele aanmoedigingen
Brussel, 27 December.
Het officiëele manna gaat voort, overvloedig in Belgische letterkundige zakken te vloeien;... hetgeen natuurlijk overdrachtelijk bedoeld is, geachte lezers, daar het anders onverkwikkelijk moet zijn, zijn zakken nat en kleverig te voelen van ‘een geelachtig, taai, zoetachtig en zacht buikzuiverend sap’, gelijk Van Dale het manna omschrijft... Ik bedoel dus alleen: minder en minder gaat men in België toegeven, dat kunst, en zelfs letterkunde, geen regeeringszaak zouden wezen. En men steunt, men moedigt aan, men bekroont zoo, dat hij weldra een zeldzaamheid zal wezen, de literator, of hij die wenscht het te worden, dewelke niet op staatsgelden zal hebben geteerd.
Dus meer en meer pecunia in literaire beurzen. Inderdaad, in het ministerie van Wetenschap en Kunst is een nieuw besluit genomen, waarbij voortaan niet alleen meer een aantal exemplaren der nieuw-verschenen boeken ten behoeve der volksbibliotheken zal worden aangekocht (wat eigenlijk hoofdzakelijk den uitgever ten goede kwam), maar dat thans aan iederen verdienstelijken schrijver, van denwelken iets in die bibliotheken opgenomen wordt, tevens eene bijzondere toelage toekent. En dat is een maatregel, waar vooralsnog niemand over klaagt.
Ander nieuwsje: de provincie Brabant heeft sedert een vijftal jaren de goede gewoonte, letterkundige prijzen uit te loven. Thans is het getal dier prijzen van drie op vijf gebracht. De bekroonden zijn dit jaar, langs Vlaamschen kant: Karel van den Oever (De Geuzenstad), Edm.