En nochtans is er iets veranderd....
Ik had u in mijn vorigen brief gezeid, dat het eenige, wat men met stelligheid voorspellen kon, een verhooging van het politieke peil der gemeenteraden zijn zou, deels door de beteekenis van sommige nieuwe leden, deels ook omdat de verkiezingen plaats grepen op beginselen, die van algemeen, meer dan van plaatselijk belang waren. Toen ik dit schreef, dorst ik niet denken dat de gemeentekiezers in zulke mate doordrongen waren van deze zekerheid, die hun als eene noodzakelijkheid was voorgesteld geworden, dat zij er allen persoonlijke voorkeur of eigen belang voor zouden prijsgeven, en zich met een tucht en een bewustzijn, die treffen, alleen door beginselen zouden laten leiden.
Want het eerste wat in deze gemeenteverkiezingen opvalt is, dat, waar de katholieke propaganda er naar streefde, vooral de aandacht op plaatselijke aangelegenheden te trekken, de kiezers der tegenpartijen hebben verkozen zich te houden aan hoogere politiek, en den strijd hebben uitgevochten op de vraag der schoolwet. Al de middelen, aangewend om hunne belangstelling te richten op bloot het gemeentelijk beheer, zijn afgeschampt op deze eenige gedachte: wij willen aan de regeering toonen, dat wij van eene schoolwet in den aard van het ontwerp-Schollaert niet willen weten. En daarom hebben zij met een ongewone discipline op de kartellijsten gestemd, zonder panacheeren bijna, met eene beslistheid die men bij gemeenteverkiezingen, in steden als Gent en Luik, Bergen en Doornik, Brugge en Verviers, waar de kandidaten persoonlijk door ieder gekend zijn en doorgaans behandeld worden naar de sympathie of de antipathie die ze wekken, niet gewoon is waar