De gemeenteverkiezingen
Brussel, 11 October.
De verkiezingen voor de gemeente, die Zondag a.s. plaats grijpen, worden dit jaar met buitengewone belangstelling tegemoet gezien. En geen wonder, vermits ze ditmaal een karakter vertoonen, die ze anders niet bezitten, dan in een zeer geringe mate. Zij worden inderdaad aangegaan op een princiep van algemeene politiek, dat weliswaar voor de gemeentelijke financiën van groot belang is, doch slechts middellijk in betrekking staat tot het beheer van steden en dorpen, en in elk geval nog slechts bestaat als een dreigement, dat de katholieken zelfs loochenen; ik bedoel de lasten, die eene nieuwe schoolwet mede zou brengen, in zooverre die schoolwet zou berusten op het beginsel van den schoolbon of iets dergelijks, dat het subsidiëeren der vrije en aangenomen scholen door de gemeente, als door den staat tot gevolg zou hebben. Dit strijdpunt, waar de gemeenteverkiezingen op uit moeten gevochten worden, brengt mee dat die verkiezingen thans van meer dan van plaatselijk belang zijn. De uitslag ervan wordt dan ook met gretigheid tegemoet gezien.
Wat zal die uitslag zijn? Om het met eenigen grond van zekerheid te kunnen zeggen, is het goed aan het verloop der feiten en omstandigheden te herinneren.
Toen het kabinet-Schollaert viel op het princiep van den schoolbon - want het ander bezwaar tegen het ontwerp van schoolwet, als zou het ongrondwettelijk zijn, zou bij eene algemeene bespreking weldra over het hoofd gezien zijn geworden, - sprak het hoofd van het aftredend ministerie: