te wagen op het terrein der groot-politiek en der principes?....
Hoe 't weze, het is gebeurd: gezel Wauters heeft gedaan, wat politici als Franck en Wiener hadden meenen te moeten laten... En helaas, geachte lezer, ik ben er niet bij geweest; het is geschied, lacy, in mijne afwezigheid; ik heb, o wee, gezel Wauters niet mogen hooren...
Want wie denkt er aan, van 's morgens tien tot 's avonds zeven in een broeierige Kamer te gaan zitten, waar men niets te hooren krijgt dan eene strenge ondervraging tot generaal Hellebaut, over de kwaliteit van het schoensmeer dat geleverd werd aan de eerste-klas-soldaten van het veertiende linie-regiment, of eene fijne interpellatie tot minister Poullet aangaande zekere ragebol, die in een onderwijsgesticht van Zeveneecken verwaarloosde ondeugende spinnewebben te verwijderen? Niet dat ik de belangrijkheid voor 's lands heil van zulke inkwesten loochen. Daar ze op te sommen echter al te veel plaats en al te veel aandacht zou vergen in de krant en van mijn lezers, verkies ik doorgaans, te gaan wandelen, in plaats van te zitten transpireeren in de perstribune, - hetgeen ge me zeker niet kwalijk nemen zult, gij allen, die de heerlijkheden van Brussel's omstreken kent.
Van die omstandigheid nu, dat ik afwezig was, heeft gezel Wauters, onder de bespreking der buitenlandsche zaken, gebruik gemaakt, om eens in rake bewoordingen zijn oordeel uit te brengen over de versterking van Vlissingen, trouw bijgestaan door gezel Kamiel Huysmans, die met stouten deductiegeest onmiddellijk heeft aangetoond welke overheerlijke rol België in eene naaste toekomst spelen kan in de wereldpolitiek.