[Verbetering]
Onze correspondent te Brussel schrijft:
U hebt groot gelijk, er mij in het Avondblad C van Donderdag aan te herinneren, dat Musset zegt: ‘Qu'importe le flacon pourvu qu'on ait l'ivresse’, in plaats van ‘Qu' importe la liqueur...’ De haast echter waarmede brieven als die van Donderdag in volle feestdrukte dienen geschreven, verzekert mij, ik ben er van overtuigd, de posthume vergiffenis van Alfred de Musset, en de anthume van mijne lezers.
Een gelijkaardige haast zal de schuld zijn geweest, dat in hetzelfde blad gedrukt staat, dat men te Brussel de straten verlicht met ‘electrische lapjes.’ Ik had natuurlijk lampjes geschreven. In het Ochtendblad A van Vrijdag doet mij uw typo verder zeggen, dat men vorstelijke bezoeken diende te ‘verbergen’. Gij had moeilijk geraden dat in mijn brief ‘verlengen’ stond, hetgeen toch iets anders is....
Tot op heden had ik aan de voortreffelijkheid van mijn geschrift, aan mijne ‘schoone hand’, niet getwijfeld. Zulke drukfouten doen de schalen van mijne oogen vallen, en van heden af neem ik opnieuw les in de calligraphie.
N.R.C., 13 Mei 1911.