niet alleen is ze thans geheel weer beter, gezuiverd van alle ziekte-mogelijkheid, gelijk het dikwijls gebeurt na lang krank zijn, maar zij brengt aan ons volk, waar ze minder de vorstin als het troetelkind van is, eene blijde belofte mee, die haar dichter nog bindt aan het hart der Belgische moeders. Van nu af aan loopt de blijde koorts die, nu haast vijf jaar geleden, de geboorte van prinses Marie José verbeidde. Ik was toen in Oostende, waar de koninklijke familie verbleef. De directie der Kurzaal had een groot kinderbal laten aankondigen voor den dag, dat het vorstenhuis zich zou hebben ‘verrijkt’ gelijk men in Vlaanderen zegt. En ik herinner me hoe iederen ochtend, al heel vroeg, een massa goddelijke-schoone kinderen - en ze zijn talrijk in de season aan ons strand! - zich verdrong om het kastje aan den muur der Kurzaal, waar het goede nieuws moest worden aangekondigd, en hoe die jonge kelen jubelden, toen het was gebeurd... Wanneer zal dit nu weer gebeuren? vraagt men zich af in de gezinnen; en dezelfde koorts van toen doet de harten kloppen...
Dat de koning voor eene taak terugkomt, die minder aangenaam is dan de dankbare hulde van gansch het volk, valt niet tegen te spreken. Zijne vacantie-uren zullen wel vaak, vrees ik, gestoord zijn geworden door kommervolle oogenblikken.
Het gaat niet goed met de Belgische politiek; het wil maar niet vlot loopen met de schoolwet. Blijkt het, uit de houding van vele katholieken, dat de regeering niet ongenegen is gedurende de eventueele bespreking grondige wijzigingen te aanvaarden in zake jaarwedde der onderwijzers en toepassing van het schoolbon-beginsel, in de houding der oppositie-partijen is geen verandering gekomen;