de uitvoering van het regeeringsvoorstel nu zoo spoedig mogelijk ter hand zou genomen worden; zij herhaalden dit nog eenige dagen later, toen zij een deputatie van de bestuurders der omliggende gemeenten ontving, welke het regeeringsvoorstel kwam bestrijden. De anti-jonctionnisten, die daardoor hun kans van slagen zeer zagen dalen, gaven evenwel den moed niet op; de Brusselsche Kamer van Koophandel nam in een vergadering, waarin graaf de Smet nogmaals zijn plannen ontvouwde, een motie aan, waarbij de regeering verzocht werd een technische commissie van onderzoek te benoemen en de aanstaande aanbesteding op te schorten.
Twee meetings van de tegenstanders der jonction, welke onder de Brusselsche bevolking zeer talrijk zijn, daar de voortdurend onzekere toestand en de afbraken op groote schaal algemeene malaise verwekt hebben, bleken eveneens zeer vijandig tegenover het regeeringsplan te staan; zij eischten ook een nieuw onderzoek en in ieder geval geen centraalstation in de Putterij-wijk, bevreesd als men is, dat dit station met zijn omgeving van hotels, café's enz. van het luxueuse middengedeelte der stad een tweedeklasse wijk zou maken.
Intusschen leek het onwaarschijnlijk dat de regeering, die nu eenmaal kan steunen op twee Kamervotums, alsnog tengevolge der agitatie van de laatste weken, haar voorstel zou wijzigen. Zekerheid hieromtrent bestond er echter niet, totdat in de Kamerzitting van j.l. Vrijdag de progressistische afgevaardigde voor Brussel, Janson, verzocht de regeering te mogen interpelleeren, om er toe te kunnen komen dat haar plan opnieuw in studie zou worden genomen door een technische commissie. Hij vroeg voor deze inter-