De rechtsbegrippen van Leopold II! Niet alleen Vandervelde, zelfs Woeste wees erop, hoe weinig de koning voor het gewone recht wilde buigen, en hoe hij het tevens wist te ontgaan. Den fiscus ontweken; de rekeningen niet alleen van Kongo, maar ook omtrent de civiele lijst vernietigd; de verregaandste verwarring in het toeschrijven der eigendommen gebleken! Ik zal wel niet beweren, met Vandervelde, dat Leopold II de wetten van zijn land, over welke hij te waken had, eenvoudig negeerde; maar met Woeste, die niet verdacht kan zijn, zal ieder het wel eens worden, dat hij ze op al te persoonlijke wijze interpreteerde.
Dat persoonlijke interpreteeren; die hypertrophie van de persoonlijkheid; dat - eigenlijk goedmoedige, welwillende, maar tevens sceptische en haast cynische - ‘übermenschliche’ van Leopold II, blijken ze niet op nog ander gebied dan op dit louter-juridische? De wijze waarop hij zijne dochters behandelt, om niet te spreken van zijn huwelijksleven; zijne voorhistorische koloniale uitbatingswijze: wat zijn ze anders dan de tot in top gedreven wilsuitingen van een machtbezitter, die, langs alle zijden uit, streeft naar het botvieren van eene oppermachtige energie, naar de volledige uitwerking van een grootschgezien, maar goed-berekend ideaal?
Voor hetgeen de ministers aangaat: slechts weinigen durven de eerlijkheid en den goeden wil van een Schollaert, een Renkin, een de Lantsheere miskennen, laat staan: loochenen; was er voor het oogenblik geen verkiezing op handen, dan zou er misschien minder van onbevoegdheid, en zeker niet van kwade trouw spraak geweest zijn. Dat zij zich echter hebben vergist, is meer dan betreu-