ministers, hield per fas et nefas vol, dat de crisis, die een oogenblik gedreigd had, voorgoed geweken was. Ik zelf - neem me niet kwalijk dat ik me zoo rechtstreeks in deze geschiedkundige bladzijde als medeacteur meng - was goed genoeg ingelicht, om te zwijgen...
En zie, daar sprak nu, op de zitting van Vrijdag laatst, gelijk een pendule tusschen twee kandelabers, de jongkatholiek Lévie tusschen den radikalen Janson en den doctrinairen Hijmans: eene doorslaande, onverbiddelijklogische rede, waarin aan de Belgische katholieken het voorbeeld der Hollandsche katholieken in zake dienstplicht werd voorgehouden: een voorbeeld dat er wel wat bij de haren scheen bijgesleurd, daar ik meen mij te herinneren dat de Schaepman-groep in deze zoo heel toeschietend niet was geweest; al is het tevens waar dat in Nederland het vaderlandsch gevoel heel wat heviger is, algemeen, dan in België, en dat men er zich, in zaken van algemeenen aard, meer dan ten onzent boven partijbelangen weet te stellen....
Conclusie: de crisis is geweest, en de gewenschte oplossing ontstaat uit ‘l'accord des partis’. - De vrienden van Woeste zijn natuurlijk razend: de bewonderenswaardigtaaie oude man heeft te veel verwacht van een gezag, dat voor goed geknakt blijkt te zijn. Zijne wapenen hebben zich tegen hem-zelf gekeerd. Zijn ‘Pereat’ is zijn eigen doodvonnis geworden.....
Dit wil nu nog niet zeggen, dat we in deze zitting nog de zege beleven van den dienstplicht. Het heet dat de jongere rechterzijde twee harer leden belasten zou, met de oppositiepartijen te onderhandelen. Die oppositiepartijen zullen daar natuurlijk toe bereid gevonden worden. Maar