in Duitschland en Rusland, willen de voormannen de economische opbeuring van hun volk bewerken. Inderdaad, het staat vast dat om welkdanige post ook te bekleeden in de samenleving, men bijzondere kennissen moet bezitten die in bijzondere scholen aangeleerd worden.
Daar in 't Vlaamsche land het hooger en middelbaar onderwijs in 't Fransch gegeven wordt, kan de meerderheid der Vlaamsche bevolking daarvan niet genieten. Om de waarheid daarvan te doen uitschijnen is het voldoende de statistiek te raadplegen. In de provincie Antwerpen zijn er 104,041 personen die Vlaamsch en Fransch spreken, tegen 678,224 personen die enkel Vlaamsch spreken. Deze 678,224 inwoners blijven dus feitelijk en onwederroepelijk van alle lotsverbetering verstoken op de onderste trappen der samenleving. Zonder Fransch, inderdaad, kan men niet eens machinist worden in België, terwijl men zonder Vlaamsch hoofdminister kan worden.
En men denke niet dat die toestand een “overgangstoestand” daarstelt, dat het zal “beteren” in de toekomst. Inderdaad, de statistieken leeren nog dat er thans meer personen zijn in België die uitsluitend Vlaamsch spreken, dan in 1830.
Den dag waarop het Vlaamsche volk zich bewust zal worden van de onrechtvaardigheid der bestaande toestanden, zal het ook de reden van zijn staat van ondergeschiktheid op stoffelijk en geestelijk gebied hebben ontdekt en er zal eene beweging van reactie ontstaan waarvan de uitkomst moeilijk is te voorzien.
Anderzijds is de Vlaamsche Beweging eene cultuurbeweging.
Het Vlaamsche volk staat de Germaansche cultuur voor,