plaats voor een ‘parterre’ van goedgunstig uitgenoodigden, die bij de uitmuntende bedoeling en de nieuwheid van het gebodene, gaarne hier en daar een zwak puntje vergaten.
De ‘Philoktetes’-vertooning zou echter heel wat meer zijn: eene echte openlucht-vertooning, als dusdanig bedacht, en doordacht, ook binnen de voorwaarden gegeven die door het eigen karakter van een openlucht-tooneel gesteld worden. Naar mijn oordeel nu heeft men heel veel bereikt, als zegging en als spel. De bijzondere voorwaarden van een openluchttooneel heeft men echter, mijns inziens, niet genoeg doorgrond en in 't oog gehouden.
Een opvoering in open lucht van ‘Philoktetes’ kon men op drieërlei wijze opvatten. Ze kon eene archeologische reconstitutie zijn, met een Grieksche scene, een proscene, een traditioneel-evoluëerende rei, enz.; ze kon louter-naturalistisch zijn; ze kon heelemaal vergeten, dat zij in openlucht plaats greep, en ons gegeven worden gelijk het op een gesloten tooneel of in de opera zou gebeuren. De ‘Vlaamsche vereeniging voor Tooneel- en Voordrachtkunst’ heeft verkozen, iets te bieden dat een middenweg tusschen een naturalistische en eene theatrale opvatting zou zijn; hetgeen maakt dat hare praestatie tevens niet genoeg, en tevens te natuurlijk is.
Zoo heeft men, op eene open plaats in de Laethemsche lorkebosschen, eenige rotsblokken.... opgetimmerd en gepleisterd - overigens mooi geslaagd -, in halfronde geplaatst, met op den achtergrond Philoktetes' spelonk. Daarbij reeds kwam men aan de waarschijnlijkheid te kort: het plaatsen in eene halve ronde, vlak naar den toeschouwer gekeerd - de eerste rij stoelen dus als eene horizontale secans gedacht - maakte de zee, rechts van den toeschouwer, al