lijke bespreking; hetgeen aanleiding geeft tot verzet links, en den eisch, dat alles naar een buitengewone zitting in October verzonden worde; hetgeen misschien wel overeen uitkomt met een begrafenis van eerste klas.
Dat minister Schollaert, zijn kabinet en zijne partij alle profijt bij 't verdagen tot betere tijden hebben, wordt trouwens door de houding der tegenpartijen en der Kamerafdeelingen bewezen. ‘De afschaffing van de loting gepaard met de behouding van de vervanging, verzekert geene rechtvaardige verdeeling van den krijgslast,’ zeggen de liberalen, die grondig onderzoek slechts dán aanvaarden, als de plaatsvervanging af wordt geschaft. Maar van die afschaffing wil minister Schollaert vooralsnog niet weten, vermits het behoud der vervanging de conditio sine qua non der eenheid rechts is; in zooverre zelfs, dat een babbelaar verklaard heeft, dat Schollaert er eerder van onder zou gaan dan af te willen schaffen. De socialisten, zij spreken nog veel beslister dan de liberalen: ‘het stelsel “een zoon per familie” is een uitvlucht, misschien beter dan de loting, maar dat de kansen van het lot vervangt door de kansen der geboorte’, zeggen zij, die tevens weinig geneigd zijn, slechts ‘persoonlijken dienstplicht voor de armen’ in te voeren.
Zulk onthaal bij de oppositie zou alleen reeds minister Schollaert van zijn geuiten wensch doen afzien. Wat in de afdeelingen gebeurde, die het wetsvoorstel van de regeering en dat van gezel Bertrand (afschaffing der plaatsvervanging) te onderzoeken hadden, zal het kabinetshoofd zeker wel met spijt vervuld hebben, ooit te hebben gesproken van onmiddellijke behandeling. Gij weet wat het gevolg was der bespreking in die afdeelingen: verwer-