durven noemen. Niet langer willen wij strijden tegen eene onzichtbare macht, die iedereen voelt, maar die men niet noemt.
Voor niemand toch is het een geheim dat Hunne Hoogwaardigheden de Belgische Bisschoppen, samen met eenige van de meest invloedhebbende en de machtigste oversten der E.E. Paters Jezuïeten, de voorgestelde wet tegenhouden.
Door alle mogelijke en onmogelijke redenen hebben zij die bekampt in hun orgaan Le Bien Public, terwijl zij de Vlaamschgezinde bladen, als Het Fondsenblad, tot zwijgen dwongen, en, wat erger is, zij hebben elken katholieken afgevaardigde, vooral in 't Vlaamsche land, persoonlijk bewerkt en gepraamd.
Op dien voet kan de strijd nog jaren duren, en steeds meer verbittering stichten. Daarom is het beter, met open vizier vooruit te komen en zijnen tegenstrever in de oogen te zien. Zóó, misschien, is er eene uitkomst mogelijk.
Juist omdat wij, als katholieken, onze kerkvoogden eerbiedigen, willen wij ook, als burgers, in een vrije nationale zaak niet eeuwig met hen in onmin leven, en moeten wij trachten onze rekening rechtzinnig te vereffenen.
Waarom verwerpt het Belgisch Episcopaat de voorgestelde hervorming?...
Wat de hoogeerwaarde heeren bisschoppen ons voor nu en voor de toekomst willen opdringen, is eene verzaking aan onze taal in onze hoogere levensuitingen.
Zou men niet zeggen dat de alomgehuldigde leerwijze: het onderwijs door de moedertaal in België een ketterij is, waartegen de kerkvoogden al hunne strijdkrachten moeten te weer stellen, al erger dan elders gedaan wordt