Ik-zelf en de Willebroeksche Vaart
Brussel, 10 Juni.
Wie is er al niet eens slachtoffer geweest in zijn leven? Slachtoffer van eigen menschlievendheid of van een gauwdief, van de maatschappelijke wanverhoudingen of van een spoorwegramp, ontsnapt wel niemand aan deze sociale wet, die eischt dat ieder, minstens eens in zijn leven, ondervinde dat hij onder eene der schakeeringen - van de lichtgeloovigheid tot op den nachtelijken aanval - die men verzamelt onder de hoofding: slachtoffer zijn, te catalogiseeren valt.
En hoe zou ik, die niet eens met een helm geboren ben, aan de algemeene verordening ontsnappen? Noch journalistiek scepticisme, noch journalistieke brutaliteit, noch zelfs mijn journalistieke vrije-doortocht, die me onschendbaar als Leopold II-zelf maakt, hebben het kunnen beletten: ik ben ook slachtoffer geweest, een zestal dagen geleden.
Gelukkig dan maar: een vrij-ongewoon slachtoffer, een slachtoffer gelijk men er niet elken dag ontmoet, - hetgeen me dan toch nog een troost is.
Ik ben dus slachtoffer geweest van... ge raadt het nooit: van een drooggeloopen kanaal, vaart of gracht. En, wat erger is, van een kanaal, vaart of gracht die ik niet eens heb mogen aanschouwen.... En dat is een mooie geschiedenis, die ik u bondig vertellen wil.
De vaart, waarvan sprake, is de Willebroeksche, die den Brusselaar toelaat, zoo hij dit vervoermiddel boven den bloktrein verkiest, per mosselschuit, walenschip of