beteekenis.
Ik schrijf over. In zake Kiesrecht:
‘De vergadering drukt de meening uit dat het tegenwoordig stelsel van stemrecht als voorloopig moet aanzien worden en dat de katholieken niet moeten bevreesd zijn voor het eenvoudig algemeen stemrecht op 21 jaar.
Het stemrecht moet toegekend worden aan vrouwen, hoofden van het gezin.
Het hoofdvak boven op de kandidatenlijsten moet afgeschaft worden of, zoo het behouden wordt, geene voorkeur medebrengen voor de orde op het stembriefje aangeduid.’
- In zake Leerplicht:
‘Er kan geen sprake zijn van wettelijken leerplicht zoolang niet de openbare, de aangenomen en de aanneembare scholen gelijkelijk door Staat, Provincie en Gemeente ondersteund worden, gelijk ten andere de rechtvaardigheid het vraagt, ook buiten allen leerplicht.
De katholieken moeten den leerplicht niet in de wet schrijven, indien de andere partijen hun geene waarborg geven dat zij, aan het bewind zijnde, die wet rechtzinnig zullen toepassen met alle scholen, ook de vrije kristelijke, behoorlijk te ondersteunen.
De eenigste genoegzame waarborg daartoe schijnt te zijn, dat de verplichting voor den Staat, om alle degelijk-erkende scholen behoorlijk te ondersteunen, in de grondwet geschreven worde samen met den leerplicht.’
Waarbij komt dat op de bijgaande vraag: ‘Als gelijke subsidieering niet in de grondwet geschreven wordt, mag dan leerplicht aangenomen worden?’ slechts met een kleine meerderheid, te danken aan vele onthoudingen, niet bevestigend werd geantwoord. 't Oordeel der vergadering aan-