dat onherroepelijk naar de ergste zedeloosheid voeren moet: dit in verband met het feit, dat men wél 16 millioen aan 's Konings domein te Laeken wil besteden, maar voor die werkmanswoningen geen duit op de 46 millioen, door den Koning voor ‘nuttige’ werken gevraagd, over heeft.
Praten dus, óm te praten: l'art pour l'art van de staatkunde. Bewijst het, dat men absoluut tijd verliezen wil, om tijd te winnen? Laat het ons nagaan.
Er is u geseind geworden, dat, Woensdag reeds, de vrede tusschen rechts en links geteekend was. De Socialisten hadden beloofd, alle obstructie te laten rusten, op voorwaarde dat de regeering de bespreking niet smoren zou, en de verkiezingen deze niet zouden besluiten. De regeering had toegegeven: men zou zitten tot negen Mei, en, was men dan tot geene oplossing gekomen - 't geen weinig waarschijnlijk is: er zijn een kleine vijftig redenaars ingeschreven! - dan maar voortdoen, op 't gemak en ‘gezapig’, gelijk ze in 't Westvlaamsch zeggen, ná de verkiezingen... Dat was dus uitmuntend, en de regeering had begrepen, dat Kongo-overneming eene ernstige zaak was, om den gril van den Koning, die vooralsnog en tot op 24 Mei op trouwe verdedigers en overtuigde ‘naasters’ rekenen mag, niet op te offeren aan den wil van het land, die op den dag van 24 Mei zal bewezen worden, en eenige verandering, der koninklijke politiek ongunstig, meêbrengen kon. Al is dit nu ook weer niet waarschijnlijk, en al ware 't nu ook gewenscht er ineens, mits uitdrukkelijke toegeving van hoogere hand waar nog iets hapert, - en alles voorspelt dat men die toegeving wel doen zou, weigerig maar dan toch om den toestand te redden, - al ware 't goed, herhaal ik, er een einde aan te maken: ‘beter