De Matthaus-passion te Brussel
Brussel, 13 April.
Laat me toe, met enkele woorden terug te keeren op de heerlijke uitvoering waarover ik u telegrafeerde. Waarlijk, de Nederlandsche Weldadigheids-vereeniging, die ze had opgericht, zal niet alleen hare arme landgenooten, die hier en in den omtrek wonen, goed hebben gedaan - de stampvolle Alhambrazaal, met plaatsen aan ongehoord-hooge prijzen, zal een mooi sommetje hebben opgebracht! -; ook wij zijn haar onze innigste dankbaarheid schuldig, dat we, na zooveel jaren, weer Bach's klankmonument hooren mochten, en in welke prachtige voorwaarden! Hier gaat de Passion slechts aan het Conservatorium, onder den grooten Bach-bewonderaar Gevaert. Maar 't zal nu wel een twaalf jaar geleden zijn, dat we daar eene uitvoering mochten bijwonen, - eene perfekte uitvoering, herinner ik mij, kernig, grondig, en - integraal (daareven werd er wel wat gesnoeid); alleen misschien (en hier zijn meer dan ooit alle vergelijkingen odieus) meer romantisch, niet zoo voornaam, meer opera-achtig van wege de zangsolisten.
Geen wonder, overigens. Want wáar solisten vinden als Messchaert en Urlus? Het is, ik overdrijf geenszins, eene kalme overweldiging van ons publiek geweest. Ik sprak niet eens van de heerlijke stemhoedanigheden en de volmaakte zangwijze, zoo compleet, zoo voornaam, en nochtans zoo sober, zoo niets uitdrukkelijks; maar, daarenboven, welk schrander en nobel begrip! Zulke zangers, niemand te na gesproken, bezitten wij in België niet; en zelfs