weer naar zijn Parijschen heelmeester, en... bezocht gisteren in het ‘Grand Palais’ het ‘Salon de l'Automobile’, zelf zittend in zijn teuf-teuf, aldus bewijzend dat zijne bezorgdheid om Kongo-kolonie voor goed geweken was.
En inderdaad: het verdrag van overneming wordt in de Kamer niet neergeleid; weer hoort men in de kamercoulissen: ‘'t Zal voor dit jaar niet zijn’; minister de Trooz trekt voor ondervragende Kamerleden wanhopige schouders op, en zijn kamerknecht weet mij mede te deelen: Leopold II heeft per abuis 't verdrag in zijn zak gestoken, 't Moet thans in Parijs zijn, wie weet in wiens handen!’...
Ik, persoonlijk, heb geen vertrouwen in kamerknechten. ‘II n'y a pas de grand homme pour son val et de chambre’, zegt Voltaire; en ik zelf kan niet gelooven dat de minister-president, na aan de commissie der XVII te hebben toegegeven, niet zoozeer van zijne eerlijkheid zou overtuigd zijn, dan dat hij niet vóor den Koning 's lands rechten en eischen zou hebben verdedigd; ik ben overtuigd dat hij voet voor voet, gesteund overigens door een paar zijner collega's, den Koning het terrein door zijne toegeving, of, beter gezegd, door die zijner vrienden wier hij oorlof gaf, aan de oppositie afgestaan, bevochten zal hebben; ik zou er mijn hand voor in 't vuur steken dat hij zal gezeid hebben: ‘Sire, ik heb beloofd, binnen een paar dagen het tractaat van overneming met al de noodige rekenschap en papieren over te leggen; het werd, naar mijn ziel en geweten, evengoed voor uw goed als voor dat van het volk, door de gevolmachtigden samengesteld; ik twijfel er niet aan, of het zal u believen het met ons te steunen, vermits het niets doet dan van uwe erfenis