toetreding hecht, en aldus den heer Coremans afwijst; al verhaast hij zich, verklaart hij, te bekennen dat dezes voorstel geenszins ongrondwettelijk zijn zou.
En 't is Helleputte's eerste luitenant, Arthur Verhaegen, die zich grootsprakig en nijdig bij zijn collega Hoyois aansluiten gaat.
En het is de heer Henderickx, die, in naam van den heer Coremans, eene ongelukkige toegeving aan de heeren Buyl-Lepage, door een gelijkluidend amendement, doet.
En het is eindelijk: de stemming.
Natuurlijk, wat harrewarrije eerst. Waar zal men éerst over stemmen? - Men overroept elkaar. Elk wil het eerst aan de beurt. Elk wil het eerste deel van den koningskoek hebben: wie zal de boon te beurt vallen?
Men stemt over 't eerste deel van Buyl's voorstel, loopend over de provinciën waar 't Vlaamsch regiem behouden blijft. Het wordt verworpen.
- ‘Dus vervalt het heele amendement,’ verklaart als een orakelende sphinx voorzitter Schollaert...
Algemeene verwondering, die weldra gejuich wordt rechts: de bisschoppen zijn gered, vermits aldus 't princiep der wet vervallen wordt verklaard.
Maar niet aldus links: men gevoelt te goed waar 't boerenbedrog schuilt en... wil niet voor boer gehouden worden. En de heer Lorand doet zijn woedend gezicht der beste dagen aan; en 't kale hoofd van Buyl schiet bliksems, zóó snel beweegt het.
Redengel Janson echter, waakte: hij slaagt erin, eene nieuwe stemming uit te lokken, en eerst, als logisch is, over 't princiep-zelf van het wetsvoorstel, in zoover het bepaalt tegen welken datum de nieuwe wet