Paul Janson wijdt een artikel aan de intrekking der mijnwet, dat ook uitloopt op de intrekking van het intrekkingsbesluit. Janson waarschuwt terecht, dat men vooral den Koning hier buiten debat moet laten. Het koninklijke besluit tot intrekking van het ontwerp is mede onderteekend door de ministers. De ministers zijn verantwoordelijk, de Koning is geheel gedekt.
Wat staat er in het besluit? Er staat uitdrukkelijk in, dat den ministers wordt opgedragen, den tekst ervan aan de volksvertegenwoordiging mede te deelen. Dat hebben de ministers niet gedaan. Men mag dus aannemen, zegt Janson, met het besluit in de hand, dat de ministers hun beleedigend stilzwijgen tegenover het parlement hebben bewaard zonder dat de Koning dat wist. Er is maar een manier om de beleediging weer goed te maken en dat is het koninklijk besluit tot intrekking weer in te trekken. Voor die noodzakelijkheid zal elk nieuw ministerie komen te staan, welke kleur het moge hebben.
Er zijn nog meer protesten tegen het intrekkingsbesluit in 't vooruitzicht.
Over de oplossing van de crisis is er een uitspraak van een der demokratische katholieke staatslieden. Deze heeft verklaard, dat de linker-katholieken slechts onder twee voorwaarden in een ministerie zitting zouden willen nemen, en die voorwaarden zijn: onafhankelijkheid van het kabinet tegenover den persoon des Konings en een andere richting op het gebied der sociale en dat der koloniale politiek. Wat de koloniën betreft, eenigen invloed van de volksvertegenwoordiging, zij die invloed gering, mits in onafhankelijkheid uitgeoefend.