Kamiel Liefmans †
Brussel, 26 November.
Het vooruitstrevend-liberaal kamerlid K. Liefmans, van Oudenaerde, is gisteren in zijn geboortestad overleden. En deze gebeurtenis zou het nu wel niet waard zijn, wereldkondig te worden - de heer Liefmans was als politiek man slechts een nevenster, een trouw trawant meer dan een leider -, ware 't niet dat met hem een figuur verdwijnt en een naam wordt genoemd, eigenaardig genoeg om op eenige beruchtheid, ook buiten Zuid-Vlaanderen, recht te hebben.
Oudenaerde - anders een klein, goor stadje, beheerscht door de bralle officieren van het garnizoen, geenszins zonder geniepige losbandigheid in de zeden, niet doodsch maar levend van een wroeterig mollenleven - heeft drie merkwaardigheden, drie postulaten tot den roem: zijn stadhuis, zijn bier, en de familie Liefmans.
Zijn stadhuis, ik zal het u niet beschrijven: het staat in de architectuur als een meesterstuk der bloeiende gothiek aangeschreven; bewaard als het beste wat uit dien tijd overblijft; in zijne verhoudingen zóo harmonisch, dat het niet lijdt aan de overlading die veel gebouwen in dezen trant schade doet, en aldus geplaatst, dat het met de markt, waar het staat, als ééne organische eenheid vormt, niet het pronkstuk, maar als het hart ervan: een der schoonste stadhuizen van Oost-Vlaanderen, zoo niet het allerschoonste, en wel waardig dat het, bij de laatste wereldtentoonstelling van Parijs, in reproductie als Belgisch paviljoen zou dienen, zooals het dáar her-