Het XXIXe Nederlandsch taal- en letterkundig congres te Brussel
Onze correspondent te Brussel seint ons hedenavond:
In de namiddagzitting is de hoofdschotel geweest een uitgebreide lezing van prof. J. Te Winkel over Rubens en Vondel in hun aesthetische en historische verhouding beschouwd.
Over het opleiden van Nederlandsch sprekende zeeofficieren in Belgischen dienst werd verder gehandeld door een vakman uit Oost-Indië.
Vervolgens heeft advocaat Thelen het aannemen van een verdrag tot uitlevering en vonnisuitvoering tusschen beide landen bepleit.
Het gezamenlijke landbouwkundige optreden op de wereldmarkt door beide landen was de zorg van den heer Luyten.
De heer Kamerlingh-Onnes wenschte de economische belangen van Zuid-Afrika door de stamverwante Nederlanders en Vlamingen behartigd te zien.
De heren Delpire en Hooyer wenschen dat den Belgischen consuls de kennis van het Nederlandsch opgelegd worde en dat de staten de handelskamers hierin steunen zouden.
Gunzburg wenscht een Nederlandsch-Belgisch bureau op te zien richten, om onze buitenlandsche belangen te verdedigen.
N.R.C., 29 Augustus 1906.