De ‘grande entente’
Brussel, 19 Juli.
In de laatste algemeene vergadering der ‘Fédération des Avocats’, onlangs gehouden, heeft mr. Léon Hennebicq, uit Brussel, andermaal de door Eugène Baie voorgestelde ‘Entente hollando-belge’, de toenadering tusschen Nederland en België behandeld. Zelf een medewerker des heeren Baie in het boek, dat deze aan de vraag heeft gewijd, vurig advocaat der zg. ‘grande entente’ (groote overeenkomst), heeft hij nogmaals gepleit ten voordeele van de afschaffing der grenzen, en van een aanvallend en verwerend bondgenootschap.
Dat niet alle aanwezigen het met den heer Hennebicq eens waren, en velen het hielden met wat hij de ‘petite entente’ noemt, die trapsgewijze toenadering bedoelt op bepaalde punten, als tol-, post- en spoorwegtarieven, rechtsvordering en uitvoering der vonnissen - hetgeen al niet zoo heel eenvoudig zou gaan -, leert ons het verslag over die vergadering, gepubliceerd door mr. Hector le Bon in het Rechtskundig Tijdschrift voor Vlaamsch België.
Zoo niet officieel, dan toch officieus orgaan van den ‘Bond der Vlaamsche Rechtsgeleerden’ en van de onderscheiden ‘Vlaamsche Conferenties’, pleitgenootschappen, waar niet alleen Vlaamschgezinde advokaten deel van uitmaken, maar waar, door nood gedwongen, ook niet-Vlaamsch-genegenen zich oefenen gaan, - vertegenwoordigt het Rechtskundig Tijdschrift nagenoeg de gemiddelde meening der rechtsgeleerden van het Vlaamsche land, en is zijn oordeel