17 October.
Van wapenstilstand komt dus voorloopig nog altijd niets, - en het zou de Brusselaars spijten, moest daar onverwijld toe besloten worden. Dat het echter tot een wapenstilstand komt, dat weten wij beter dan wie ook, en wie er nog aan twijfelen mocht, zou oogen noch ooren hebben.
Want de Duitschers beleven de spannende verhuizingsdagen. Uit alle gebouwen waar zij, administratief of anders, hebben gehuisd, worden zware kisten aangedragen en geladen op karren en vrachtauto's. Groote bakken verlaten winkels, die er dood-onschuldig uitzagen, en die, naar uit opschriften blijkt, ‘Eigentum des General Gouvernements’ verborgen hielden. Elke soldaat is kruier of sjouwer geworden; de drukke straat ziet er, tot ongemak van het verkeer, als een stapelplaats uit, of een dijk waar groote schepen van overzee liggen gemeerd. Alle ministeries worden geledigd; het Duitsche casino verkoopt aan genadelijke prijzen zijn voorraden wijn.
Het is niet alleen het officiëele Duitschland dat Brussel ontruimt: de voormalige Duitsche kolonie, een zestienduizend man sterk, heeft den raad gekregen, nu weêr maar eens naar de Heimat te reizen. Gelegenheid wordt daartoe in de kranten geboden ‘voor enkele dagen slechts,’ hetgeen voor ons een teeken is van spoedige verlossing. Bij 't uitbreken van den oorlog waren al die lui ijlings gaan loopen; na 20 Augustus kwamen zij met de Duitschers terug. Enkelen hadden een uniform gekregen en voerden nu het hoogste woord in de bureelen en in de Passzentrale. Wij mochten constateeren met welk