aldus noem: Bucephaal, verzekert mij een knap Hellenist noemde Alexander den edelste zijner parasieten, daar hij zijn leven op hem doorbracht.) Hij is de nobelste parasiet van het weeldeleven dat in een stad als Brussel heerscht. Neem de weelde weg: de parasiet is de eerste om er onder te lijden. Vrijwillig of ongewild week de weelde voor een deel uit Brussel: sommige artiesten hadden honger.
Zoodat de nood dwong tot werken en vooral, exposeeren, met de hoop op geld-verdienen. En zoo kregen wij weer tentoonstellingen, die het niet verzwegen, op liefdadigheid uit te zijn.
Wie nu bezocht deze tentoonstellingen?
Helaas, de ‘belles madames’ en hun aanhang zijn voor een goed deel verdwenen, hetgeen aan de exposities al een goed deel van hunne aantrekkingskracht afneemt, en aldus de artiesten onrechtstreeks benadeeligt. Ander nadeel: de critici, dezen, naar dewelke geluisterd wordt, zijn, bij gebrek aan een orgaan, waarin ze uiting geven aan hun, luidop gesmaad, maar in den grond des harten toch zeer gezocht oordeel, met vacantie. De kunstzinnigen-zonder-meer... och ja, die hebben zulke geestelijke omwenteling doorgemaakt, dat... Stelt u dat goed voor: de meest-ergerlijke gemeenplaatsen, die men alleen nog door de gemakzucht, de kritische onmacht en de intellectueele ijlte van den ‘bourgeois’ in leven dacht gehouden, worden ineens eerst folterende, daarna weldra bloedende, lillende werkelijkheden. Want is het, buiten alle pathos om, is het niet eene geestelijke martelie, eene wroeging die nog langen tijd naleven zal, de echte waarde van vaderlandsliefde en het gevoel eener inniger samenhoorigheid te hebben moeten leeren