23 Januari.
‘Pour la dame qui a un accordéon à vendre: 20 francs’.
Ik vind deze aankondiging in de weldadigheidslijst van een Brusselsch blad. En de eerste indruk is natuurlijk: ‘Een barok idee, zelfs bij een dame, harmonica's te gaan verkoopen in oorlogstijd!’ Maar onmiddellijk daarop de gedachte: ‘Welk een ellende! Een arme vrouw, heel zeker een weduwe, die van allen officieelen steun verstoken is of den weg niet kent om er deelachtig in te worden, en die haar laatste centen gebruikt voor de advertentie, waarbij ze haar laatste bezit te koop biedt: een accordeon, een armzalig stuk speelgoed, misschien een herinnering aan een gestorven kind, of aan den zoon die in den oorlog is’...
Ik weet wel: dat is gefantazeer. Maar zal wel niet veraf zijn van een, zeker niet mildere, misschien hardere waarheid, - o potsierlijke harmonica van alle weeën, tragisch speeltuig vol zang en zuchten...
Gelukkig zijn er liefdadige zielen: de dame behoudt haar accordeon en krijgt twintig frank toe. En aldus wordt veel misère gelenigd.
Al hoort men soms van vreemde liefdegaven. Zoo ontving hetzelfde blad voor zijn behoeftigen een groote doos vol schoenen. Maar al die schoenen waren voor denzelfden voet. Geen enkel paar: allemaal unilaterale schoenen.