Duitsch bestuur zal oordeelen, wat er dient meê gedaan, of zij ter beschikking dienen gehouden of mogen voortverkocht.
Tevens wordt ons herhaald, dat wij ons ver te houden hebben van alle beoefening der vonkentelegrafie; dat zelfs gewone telegraaf, alsmede telefoon, uitsluitend ten behoeve der Duitschers zijn; dat het houden van duiven uit den tijd, of althans streng gereglementeerd is.
En vandaag, 7 Januari, heet het: alle mannelijke en vrouwelijke inwoners van Groot-Brussel, van meer dan vijftien jaar oud, die geen Belgen zijn, doch behooren tot eene natie die met Duitschland op oorlogsvoet verkeert, moeten zich aanmelden op bepaalden dag en uur in een bepaald lokaal.
Ik merk bij dezen op, dat voor het eerst in eene Duitsche afkondiging spraak is van ‘Grand-Bruxelles’, met, in eene voetnota, omschrijving daarvan. Met een pennetrek lost aldus de Duitsche autoriteit het lastige vraagstuk op der administratieve eenmaking van Brussel met de voorsteden. Of schijnt ze althans op te lossen. Want gaat zij zich waarlijk met de kwestie bezighouden, dan zal zij zien, dat het werkelijk moeilijker is dan men zich op eerste zicht zou voorstellen. Dat weten de Brusselaars, die eveneens voorstander der eenmaking zijn, en er zich ijverig meê bezig hebben gehouden, sedert jaren...
De ‘Deutsche Schule’ gaat weêr open.
In de verte hoort men weêr, met grootere duidelijkheid, het kanon.