13 October.
Het aantal Brusselsche families, die thans den rouw dragen, groeit van dag tot dag aan. Ik bemerk dat de vrouwen, die het verlies van een gevallen soldaat beweenen, zoo goed als de eenige zijn die, op het zwarte kleed, nog eene cocarde dragen met de vaderlandsche kleuren...
De Duitschers, die het niet schijnen te merken, zetten intusschen hunne installatie voort. Zij maken het zich gemakkelijk. Om alle verder sukkelen met pasmunt en uitwisseling te voorkomen, is thans gedecreteerd dat wij gedwongen zijn, Duitsch geld te aanvaarden, ad minstens 1.25 frank per mark. En zij zorgen zelfs voor de versiering van hun logies. Aan de wacht van de spoorwegbrug te Laeken was tot voor een maand niets te zien dan een nogal nietig Duitsch vlaggetje. Toen kwam er een portret bij van den Keizer, zóo fel-kleurig dat het mij aan een Kees van Dongen denken deed. Nu schijnen de schildwachten van hunne ijzeren brug wel eene gansche kunstgalerij te willen maken: iets als de historische afdeeling in het Rijksmuseum. Naast den Kaiser prijkt thans een portret van Bismarck, dat niets te maken heeft met dat door Lenbach, maar deze verdienste bezit, dat het eene sectie wit-en-zwart inluidt, uitgevoerd als het is in ongekleurden steendruk. En zoo komt er die brug veel mooier uit te zien, dan ze ooit was...
- De ijlte in stad, de luchtijlte, neen: de psychische ijlte (of wat is het dat ons tevens verdooft en prikkelt, onze zenuwen spant en tevens met onmacht slaat?) de ijlte is wijder en wijder, drukt dichter en dichter. Ik ben zeker de eenige niet, die dit gewaar wordt. Op de