generaal von Hindenburg de stoutste beeldspraak waagt. De ambtelijke berichten uit Duitschland zijn niet zonder recherche in den stijl, al weet deze ambtelijk te blijven. Generaal French schrijft, alsof hij voor een schaakbord zat. Generaal Joffre moet een zeer nederig man zijn: hij is de eenige die zijne nederlagen bekent en nooit het aantal zijner gevangenen of van de buitgemaakte kanonnen vermeldt. De Belgische communiqué's zijn altijd vol van het optimisme, dat bij ons inheemsch is en bij ons temperament past.
Dit laatste zeg ik zonder de minste ironie. De gedruktheid van gisteren en van eergisteravond, is geweken. Wij zijn ons weêr maar in ons lot gaan schikken, al dragen wij het nog niet met de gewone luchthartigheid. Wij voelen nog wel een smartelijk verlies, maar wennen eraan, met de gewaarwording van verlatenheid der weduwen. - Ik heb in dit dagboek gezeid, hoe de lichtzinnigheid van mijne stadgenooten mij kregelig kon maken. Na den slag van vóor twee dagen, voel ik nu die geestelijke veerkracht van het volk als eene heilige noodzakelijkheid. Wij mogen, wij mogen ons niet verloren achten. Het is ons eerste plicht, er kost wat kost den moed in te houden.
Helaas, voor velen is het moeilijk genoeg!...
- De troepenbeweging is ongelooflijk. Al wat rond Antwerpen lag komt naar Brussel afgezakt. Een halve dag rust, en dan naar Vlaanderen of naar de Fransche grens. Onder het volk echter niet de minste nieuwsgierigheid meer...