7 October.
De pneumatische stadshorloges wijzen weder op iederen straathoek het juiste uur, niet het Duitsche: het officieeljuiste Belgische uur, ons overgemaakt door de traditie en uit Greenwich. En voor menschen, die de manie der stiptheid hebben, de menschen die ziek zijn - ik beschuldig me-zelf - als zij niet weten, in werkelijkheid en in alle overdrachtelijkheid, hoe laat het is, die menschen hebben weêr een gevoel van veiligheid in zich, dat, hoe ongerijmd ook, hunne gedachten weiden laat buiten den dubbelen gordel forten rondom Antwerpen.
En dan: er lacht een heerlijk zonnetje door het gele en roode loover. Het is middaguur. De kleuters komen kraaiend van school. Er heerscht een blijde rust.
Nochtans wordt van Duitsche zijde medegedeeld, dat weêr twee nieuwe forten, die van Kessel en van Broechem, ‘zum Schweigen gebracht’ zijn. Maandag waren die van Waelhem, Koningshoyck en Lier ‘erobert’. Op twee October heette het, dat er een paar andere, die niet werden genoemd, ‘genommen und zerstört’ waren. In die terminologie is eene omgekeerde klimax, die wel eene reden zal hebben. Ik denk het althans...
Van gisteren af is de stad weêr veel kalmer geworden, al was er eene proclamatie, waarvan de Nederlandsche tekst letterlijk zegde, dat de operaties rondom Antwerpen ‘voltrokken’ waren. Hetzelfde stond echter geschreven over de verrichtingen in het Duitsche Oosten, wat geruststellend gewerkt heeft. Trouwens, er zijn hier nieuwtjes, die ik niet verklappen wil, en die de onrust voor een goed deel hebben doen wijken.