geen bescherming zijn? - Toen echter de Duitschers binnenrukten, verzwakte weldra die mooie ijver. In de omstreken der kazernes zagen de juffrouwen, die, dagen op voorhand, met verteederde zorg de blanke beddekens hadden gespreid, en nu nog de angstige uren sleten bij plukken van oud linnen of het in stroken scheuren van zacht en geurig lijnwaad, - die juffrouwen zagen zich, op sommige plaatsen, in één oogwenk geplunderd van alle zwachtels en alle zalven, van de pantoffels die onder de beddekens stonden, van de cigaretten die op de reconvalescenten wachtten. Hunne Roode Kruis-vlag had ze verraden: de Duitsche soldaten, die uren en uren gemarcheerd hadden, wisten waar zij solaas konden vinden voor hunne zeere voeten. En nu kwam het wel voor, dat zij het gerequireerde behoorlijk betaalden; maar toewijding en humaniteit betaalt men niet, en dát juist was het, wat de geïmproviseerde verpleegsters in al hunne voorbereidselen zagen, met, het spreekt vanzelf, een klein tikje voldaanheid over zooveel opofferingsgeest. De vlaggen werden weêr binnengehaald: de beddekens bleven onbeslapen...
Andere dames hadden de toewijding nog verder gedreven: zij hadden zich als pleegzuster in de hospitalen aangemeld. Toen men haar echter vroeg den vloer te dweilen, lieten zij weerzin, en zelfs onbekwaamheid blijken. Er bleef niets anders over dan ze eervol af te danken en hun den waan te laten dat zij geheel hun plicht hadden gedaan.
Slechts de honderden naaistertjes en winkelmeisjes, die door Brussel liepen met bussen, waar ze u op elk oogenblik onweerstaanbaar meê kwellen kwamen, zagen