te paard; zoodat ons garnizoen voorloopig deze militaire zeldzaamheid bezit: bereden marine!
Voorloopig. Want gij stelt u niet voor wat er nog steeds en aldoor maar aan troepen door Brussel, langs de lijn Luik, trekt, hetzij naar Frankrijk, hetzij naar het Noorden, waar Antwerpen nauwer en nauwer omzet wordt. De Brusselaars echter, zoo zij niet dichtbij eene kazerne of aan den spoorweg wonen, merken daar niets van en schijnen er ook niet zeer nieuwsgierig naar te zijn. En daarom is Brussel zoo alledaags-kalm.
En toch, wie de zoo ras verloopen, de zoo drukke, de zoo schokkende drie laatste weken heeft meegemaakt; wiens indrukken lengerhand bezinken gaan; die niet meer van 't voorbijgaande oogenblik leeft, maar onwillekeurig in zijne gedachten de toekomst aan het verleden gaat knoopen; - hij, de intellectueele, tot niets-doen gedoemd in dezen tijd der brutale daad, hij huivert voor dagen zonder doel, zonder uitkomst, waarvan hij alleen weet dat zij anders zullen zijn, zonder maar eenigszins te kunnen benaderen hoe zij dan toch wel wezen zullen. Wij gaan vooruit, in eene atmospheer die wel niets ongemeens, niets vreemds meer heeft, maar die ons niet laat voorzien hoe zij worden moet. Stel u voor een wandelaar, die zou loopen door een dood-gewonen dag, maar waarvan hij niet weet of het wel ooit avond zal worden...
In zulke weinig aangeroerde, maar daardoor misschien te angstiger stemming, die allen persoonlijken arbeid, en in de eerste plaats den meest-geliefden, onmogelijk maakt, zoekt men gezelschap. Zoo hebben alle lagen der maatschappij, en in de eerste plaats de