Algemeen vindt men vreemd, dat nu sedert eene gansche week al geen enkel nieuw bericht van het oorlogsveld werd aangeplakt. Vroeger hadden wij dergelijke ‘Kriegeszeitung’ om de twee dagen. Sedert 29 Augustus echter niet meer. Mag men er het gevolg uit trekken, dat de afgekondigde overwinningen der Franschen te Valencijn, te Arras en te Maubeuge waar zijn? Dat de Russen op Duitsch gebied vooruitrukken en op Berlijn marcheeren? Wij leven in de onwetendheid, en de Duitsche regeering doet niets om er ons uit te helpen.
En zoo weten wij ook niet of het waar is, dat het hoofd van den Belgischen staf, generaal Selliers de Moranville, die de hulp der Franschen zou hebben geweigerd, evenals generaal Michel, die de forten van Namen zou hebben overgeleverd, wegens hoogverraad zou zijn gefusilleerd. Wij weten zelfs niet of het waar is, dat burgemeester Max tot vice-consul der Vereenigde Staten zou zijn benoemd, om hem eene immuniteit te bezorgen, die mij al heel problematiek voorkomt...
Intusschen is het stadhuis van Brussel in twee verdeeld: links de Duitschers, rechts de Belgen. Er hangt echter geen Duitsche vlag uit, slechts eene Belgische, en dan de eigene Brusselsche kleuren.
Brussel is heel kalm geworden. Dat talrijke vrouwen en kinderen van te Brussel in garnizoen liggende officieren alhier zijn toegekomen en zich hebben gevestigd, werkt geruststellend. De vrees voor bombardement is zoo goed als geweken. Trouwens, al de jonge troepen zijn naar het veld gezonden. Onze bezetting bestaat uit gezette, bezadigde Landwehr, die het nu wel niet prettig schijnt te vinden, alle zaken te hebben moeten