4 September.
Eene nieuwe Duitsche proclamatie, en eene opzienbarende: Veldmaarschalk von der Golz, de nieuwe gouverneur-generaal van België, welbekend als herinrichter van het Turksche leger, maakt de bevolking bekend met zijne benoeming en meldt, dat naast hem de Hofrath von Sandt de civiele regeering zal uitoefenen. Het minste vergrijp aan den minsten Duitschen soldaat zal ten strengste gestraft worden. De gouverneur-generaal getuigt echter van zijne vredelievende gevoelens ten opzichte van het Belgische volk. Hij wenscht orde en kalmte te zien heerschen en zal zijn best doen om ze te handhaven. Dat ieder weer aan het werk ga; laat België tot ieders heil zijn normaal leven hernemen. Den ambtenaars eindelijk wordt eveneens verzocht, weer den arbeid op te nemen, tot goede regeling der zaken.
Die proclamatie, die ook in een Nederlandschen, zeer gebrekkigen tekst is aangeplakt, maakt een indruk van bezadigdheid en inschikkelijkheid, die treft. De bevolking leest ze met kalmte. Velen keuren ze goed. Alleen de ambtenaars der ministeries weten niet goed wat te doen. Zij hebben immers trouw aan de wetten en aan de grondwet van België gezworen. Kunnen zij nu, zonder meineedig te zijn, gevolg geven aan de