vleesch is anders wel duurder geworden. De boter ook. Daar zijn echter de aardappelen, en in overvloed. De oogst ervan is zoowat overal aan den gang, en belooft eene goede opbrengst. Ook aan meel zal er in maanden geen gebrek zijn, en dus ook niet aan brood. Deze week is ons het onaangename overkomen, dat de bakkers geen gist meer hadden. Twee dagen hebben wij brood gegeten, dat zwaar als lood was. En ten langen leste zouden wij ons ook daar aan gewend hebben... Zij, die vreesden dat Brussel wel kon uithongeren en het oproer dan van lieverlede uitbreken zou, zijn wel wat voorbarig geweest in hunne profetieën. Hongersnood is vooralsnog alles-behalve te vreezen...
Het is vandaag de verjaring van Sedan. Misschien uit kieschheid, schijnen de Duitschers daar niet veel belang aan te hechten. Ons, Belgen, laat het trouwens eveneens onverschillig. Voor mij persoonlijk laat deze dag vooral deze ééne herinnering: toen ik vanochtend opstond en het raam opendeed, heb ik de eerste rilling van het najaar in de lucht gevoeld. Het heeft mij voor heel den dag weemoedig gemaakt. De laatste dagen waren heerlijke zomerdagen, en ik heb er nauwelijks iets van gemerkt, en niets van genoten. Nu is het de eerste herfstrilling: ik merk ze wèl, en lijd er onder...