generaal von Lüttwitz, ten tweeden male uitplakken laat: inneming van Namen, groot succes voor het Duitsche leger tegen de Russische horden, en triomphantelijke marsch van het leger des Kroonprinsen langs Neufchateau en binnen de uiterste oostergrens van Frankrijk. - Het bericht wordt zonder groote sympathie gelezen, wat nogal te verklaren is.
Trouwens, aller aandacht gaat hoofdzakelijk naar een nieuwe mededeeling van Burgemeester Max: een draad van de Duitsche telegraaf is in den nacht doorgesneden. Tot straf van de bevolking heeft de militaire gouverneur onmiddellijk het gebruik van de telefoon verboden en onmogelijk gemaakt. Bij het eerste nieuwe vergrijp tegen de Duitsche macht zal de stadswijk worden gebombardeerd waar het zich heeft voorgedaan. En de burgemeester smeekt de bevolking, toch de vernieling der stad te beletten...
Iemand, die het goed schijnt te weten, zegt mij, dat die beschieting geen dreigement in het ijle is: de militaire gouverneur moet daar uit Berlijn formeele machtiging, en meer zelfs, toe ontvangen hebben... ‘La Terreur!’, herhaalt het oude heertje. Het woord, meer dan de toestand misschien, zorgt voor de stemming.
De Duitschers hebben het stadhuis verlaten. Zij betrekken thans het Parlementsgebouw en de ministeries. De gouverneur heeft zijn hoofdkwartier in het ministerie van buitenlandsche zaken. Heel de wijk ligt in eene atmospheer van angst en verschrikking.
Ik keer naar stad terug, naar het noorden toe. Daar zie ik het stationplein geheel leêg. Vóor den ingang