de heer Francy Lacroix is ‘officier d'aviation’, zooals blijkt uit de opdracht van zijn roman aan Claude Farrère, ‘ancien officier de marine’. Het geeft de maat aan van gansch eene psychologie, en ik zou haast zeggen van gansch eene literaire houding, indien genie, of eenvoudig talent, bij dit laatste niet eene belangrijke, en zelfs overwegende rol speelden.
Weest gerust: bij Francy Lacroix spelen zij geene rol. De roman-kunst van dezen luchtreiziger valt omhoog, alleen bij gebrek aan zwaarte, zooals geloof ik, Multatuli zei. Deze luchtvaardige, die verstand moet hebben van schroeven, is literariter, opgeschroefd. Nochtans staat zijn werk op losse schroeven. Nooit ga ik met hem de lucht in.
En ook gij niet, o bezadigde Hollandsche vriend, zoodra gij deze ‘Suprême Aventure’ hebt gelezen. Want daar tegen behoedt u de inhoud zelf van dezen roman.
Stelt je voor: een musicus schrijft een opera. Hij vindt een directeur die ze spelen wil. Eerste gevolg: de prima donna wordt de geliefde van den musicus (die aviateurs zijn blijkbaar niet te weerstaan). De eerste danseres doet haar best, het eveneens te worden. Zoodat deze musicus is gelijk in het water een zwemvisch, gelijk Gorter eens zei, zoo ik mij niet vergis. Ja maar, het doet zich voor, dat bij de eerste uitvoering bedoelde opera de lucht niet ingaat, doch haar eigen graf schijnt te willen delven. Exit prima donna. Exit zelfs, op een pirouette, de danseuse étoile. En exit de auteur, die zwaarmoedig zijn onheil tilt. - Maar op straat wordt hij achterhaald door een vrouwspersoon, die hem verzekert: ‘Maître,