En men zal hier eten... want ik zie reeds de truffels op het buffet staan;... en men zal drinken,... de knecht haalt juist de champagne uit den kelder... 'k Wou er bij zijn, want... den heelen dag had ik slechts een stuiversbroodje met een slok water,... en 't was kleiner dan naar gewoonte.
Fa-fa-fa-fa.
En deze zaal zal schoon, o, zoo schoon verlicht, gestoffeerd en gemeubeld zijn, en het licht zal de diamanten doen schitteren,... terwijl ik en mijn moeder en mijn zuster zullen zitten verstijven bij 't doode vuur en 't uitgedoofde lampken...
Sol-sol-sol-sol.
En men zal er zingen, schoone, zuivere romancen, met schoone, zuivere stemmen. Ook ik deed dit eens, in de rijke salons en in de mooie concert-zalen,... maar mijne stem is zeer verflauwd door de ontbering... nu kan ik niet meer...
La-la-la-la.
En de wippende paren zullen rondzwaaien, en de wangen zullen blozen, en de oogen zullen fonkelen... zoo gelukkig ben ik nooit geweest...
Si-si-si-si.
En de jonge heerkens en de jonge jufferkens zullen gelukkig zijn... ik was het nooit.
Do-do-do-do.
Men zal er zich wel amuseeren... terwijl ik in mijn kamerken zal zitten muziek over te schrijven voor den handelaar...
Do - ré - mi - fa - sol - la - si - do.