'Altijd maar bijeenblijven'. Brieven aan C.A.J. van Dishoeck, 1903-1929
(1997)–Karel van de Woestijne– Auteursrechtelijk beschermd169 C.A.J. van Dishoeck aan Karel van de Woestijne. Bussum, 3 februari 1918Bussum, 3/2 1918
Waarde Vriend Van de Woestijne. 'k Heb uwe brieven wel ontvangen, maar kom er maar niet toe te schrijven. 't Liefst doe je maar niets dan krachtig, daadwerkelijk zorgen voor de leniging van wat deze oorlogsjammer aan ellenden met zich brengt: en dat is zorgen voor mijn vele vluchtelingen-gezinnen, die 't gelukkig hier zoo goed hebben, en 'k zooveel mogelijk doe vergeten dat ze vluchtelingen zijn. En daarom alleen, beste vriend, misschien begrijpt ge 't nù wel, kan 'k er niet uit en dagen lang, met de onzekerheid hoè lang, is geheel onmogelijk. Ge hebt er geen gedacht van wat dat is, wat ik mij op den nek heb genomen èn in mijn herte, dat verzórgen van een 160 tal (de 300 zijn tot 160 geslonken) hulpbehoevende menschen, meestal van goeden huize, van wie elke familie afzonderlijk | |||||||||||||
[pagina 204]
| |||||||||||||
woont en z'n eigen ménage heeft en z'n eigen misèries. 'k Heb eigen schoenmaker en doktoren en tandmeesters en apothekers en al wat maar noodig is voor lijf en ziel: de kinderen gaan allen op de beste scholen enz. enz. en allen komen voortdurend om raad en bonnetjes voor dit en bonnetjes voor dat en er zijn veel bij die verwaarloosde ziekten hadden, die geopereerd moesten worden, in de beste ziekenhuizen werden gebracht en geholpen. Je weet niet wat daaraan al niet te doen is. Gij hebt een gezin met uw drietjes en kent de zorgen, welnu peis dan eens 'n keer aan mijn vaderschap over 160. Ook aan eten of drinken denk ik geen oogenblik, dat zou me niets kunnen schelen als 'k bij u was en 't minder had dan hier, is voor mij nooit van veel belang geweest en 'k zou wel geerne komen en allen eens spreken en veel is er van zakenaard dat besproken en geregeld moest worden, maar 't zal niet gaan. Ik heb sedert 1 Jan. 1914 geen centiem ontvangen uit België, wel veel franken geleend en veel betaald hier voor bijv. van Goethem in GentGa naar voetnoot1 en 'k leverde maar steeds tot abnormaal-lage prijzen en er werd niet betaald omdat die franken zoo weinig waard waren en ik dan bijna niets voor m'n boeken kreeg. 'k Gaf ook veel boeken weg voor ziekenhuizen, hospitalen, vluchtelingen-kampen enz. enz. Nu zitten we met idioot-hooge prijzen voor papier en krankzinnig-hooge drukprijzen: uitgeven is eigenlijk onmogelijk geworden hier en omzetting in franken tot iets heel dwaas leidend. En als men dan nog bruikbaar papier kàn krijgen. Toch geef 'k u uit en de bestendige Aanwezigheid is klaar, waarmede dan de daarvoor genoteerde f 216:83 vervalt (hoeveel franken is dat nu wel, 700 zoowat meen ik). Ik zal zenden, zoodra 't gebonden en ingenaaid is ('t is juist afgedrukt en ziet er nog best uit) aan de opgegeven adressen. Ge vraagt mij naar den stand der rekening, wel ik betaalde u
en gij hebt 488 francs voor mij ontvangen en nog niet afgedragen. Dat er meer te doen zal zijn in Vlaanderen nu en later, dan vroeger, 'k geloof het graag. Maar wat helpt mij dat als ik er niets voor ontvang. En er steekt wel heel veel | |||||||||||||
[pagina 205]
| |||||||||||||
geld in deze afdeeling van m'n uitgeverij. Zet men de prijzen van onze guldens om in franken, dan is 't verkoopen in België totaal onmogelijk en de prijzen hier moeten heel hoog zijn, want de productiekosten zijn 4 à 5 maal zooveel. 't Is een onmogelijke tijd en je zoudt er wel uit willen loopen. En nu je laatste briefje van 21 Januari eens bekijken. Alles is dus afgedrukt en hoop ik dat er niet één drukfoutje ingebleven is, ja ééntje toch heb ik gezien door den drukker op 't laatste moment een letter van het voorgaande woord vastgemaakt aan 't volgende. Ellendelingen! Ik zal een 10 tal Ex zenden. En over tijdschrift-plannen zullen we voorloopig maar niet denken. Herinnert ge u nog de ellende van Vlaanderen en de vijfduizend goeje guldens, die ik daarin verloren heb.Ga naar voetnoot2 Toch kunnen wij daarover later praten. Of 'k nog papier heb voor 'n onuitgegeven roman? Neen op 't moment niet, maar mij is er wel beloofd tot den prijs van fl. 1.30 per kilo voor 't zelfde of minder kwaliteit dat vroeger 28 cent per kilo kostte. Waar moet het heen? Adres van Herman heb ik, maar 'k kreeg maar geen antwoord op mijn vraag of ik 'n herdruk van Serjanszoon (een boek dat nu langzamerhand wat gevraagd gaat worden hier en ik daarom durf herdrukken) zelf zal corrigeeren. 't Bedrijf v/d kwade en Stille Gesternte zijn ook uitverkocht, maar durf ik nu niet te herdrukken.Ga naar voetnoot3 Misschien, hoop ik, heeft de vrouw van Albert GeudensGa naar voetnoot4 die in Brussel is vanwege 'n zieke moeder, hem gesproken en ik hoopte ook u, want 'k wist niet dat ge Brussel ontvlucht waart.Ga naar voetnoot5 Ons gaat 't nog al goed, ofschoon op allerlei gebied, 't hier ook narigheid wordt. 't Brood is ellendig en te weinig. Thee krijgen we heelemaal niet meer, alles is gerantsoeneerd. In de schoolboeken-afdeeling gaat 't Gode zij dank prachtig en dat [geeft] v/d pecuniaire zijde voldoening. M'n oudste, die dood-ziek was in Indië, typhus, is geluk[kig] weêr in het land terug en ziet er nu best uit. Hij was op een van die zeven Nederlandsche schepen, die in 't voorjaar getorpedeerd zijn, de Menado, en is gelukkig gered en moest toen 2 ½ maand in Londen blijven alvorens te kunnen oversteken. Hij is zee-officier zooals ge weet.Ga naar voetnoot6 En de tweede, m'n oudste dochter, studeert al 4 jaar in Utrecht biologie en m'n tweede zoon is al in z'n tweede jaar medicijnen in Leiden en zoo word ik ouder in jaren evenals gij en al de anderen, maar gelukkig voel ik er niets van en ben stevig | |||||||||||||
[pagina 206]
| |||||||||||||
en gezond, jong van herte.Ga naar voetnoot7 Alleen die ellendige oorlog moest nu eindigen. En gij beaamt dezen zielskreet wel met mij! En [hoe] maakt het Mevrouw en de zoon, die groot wordt zonder dat ik er iets van zie. Geloof mij, als steeds, uw toegenegen vriend Van Dishoeck |
|